Wim Verheugt en Robert Baayen bij de kaart van de Kromme RIjn Corridor. Werkgroeplid Pieter Veen ontbreekt op de foto.
Wim Verheugt en Robert Baayen bij de kaart van de Kromme RIjn Corridor. Werkgroeplid Pieter Veen ontbreekt op de foto. Agnes Corbeij
landschapsvisie

Werkgroep presenteert voor regio

7 oktober 2022 om 09:31 Natuur en milieu

Het gaat om het landelijk gebied tussen Utrecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Driebergen. Tussen de vele landgoederen liggen vooral agrarische percelen. De werkgroep roept overheden, boeren, burgers en andere partijen op tot samenwerking. 

WERKGROEP Wim Verheugt woont in Odijk en is als ecoloog al decennialang adviseur op het gebied van de energietransitie, natuurinclusieve landbouw en het herstellen van biodiversiteit. Robert Baayen uit Zeist werkte bij de EU in Brussel, bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en is als onderzoeker verbonden aan de Universiteit in Wageningen. Pieter Veen, ook uit Zeist, landschapsarchitect, heeft meegewerkt aan het opstellen van een landschapsvisie voor het gebied en zit ook in de werkgroep.

De drie heren maken zich zorgen over dit gebied. Wim Verheugt: ,,De druk op het landelijk gebied neemt overal toe, maar dit is een bijzonder gebied in ecologisch en cultuurhistorisch opzicht, dat extra aandacht nodig heeft. Het gebied verbindt de Utrechtse Heuvelrug met de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering met de Vechtplassen. Het is echter heel smal, waardoor het risico onderbroken te worden, erg groot is. Tegelijkertijd heeft het enorme potentie om een duurzaam natuurgebied te worden. Het is een geliefd kleinschalig landschap waar veel mensen wandelen en fietsen.”

INTEGRALE AANPAK Maar daar moet wel iets voor gebeuren. Het gebied wordt bedreigd door plannen voor windmolens, verrommeling door nieuwe wegen en andere infrastructuur, industrie en steeds intensievere landbouw. Vorig jaar waren er nog plannen voor het plaatsen van windmolens tussen Bunnik en Zeist en omvorming tot energielandschap. Robert Baayen: ,,Zo’n ontwikkeling zou betekenen dat de Kromme Rijn-corridor doorbroken wordt en dat is een permanente breuk, die is onherstelbaar.” 

Met de status van Bijzonder Provinciaals Gebied sta je vooraan in de rij voor subsidies van het Rijk.De werkgroep is niet tegen verandering, maar pleit voor een integrale aanpak. Soms zijn veranderingen nodig en bieden deze juist kansen.  Zo zou de landbouw minder intensief moeten worden, om het gebied te verbeteren en aantrekkelijker te maken voor de bewoners van de omliggende gemeenten. 

Baayen: ,,Boeren zitten al klem. Zij hebben een nieuw verdienmodel nodig. Brussel geeft de mogelijkheid om boeren volledig te compenseren en zelfs een bonus mee te geven als ze landbouwgrond transformeren in landschapsgrond. Dat betekent dat ze een deel van hun inkomsten halen uit landschapsbeheer.”

WATERPEIL Daarmee zou ook de waterstand omhoog kunnen, wat de natuur ten goede komt. Baayen: ,,Vroeger groeiden in dit gebied dankzij de kwel veel bijzondere orchideeën. Die zullen terugkomen als het waterpeil stijgt. Hetzelfde geldt voor dieren zoals de bever en de otter. Een hogere waterstand hier zal ook weer een positief effect hebben op de natuur op de heuvelrug zelf.”   

Er zijn dus mogelijkheden genoeg om hier een gezonder groengebied te maken met meer biodiversiteit en duurzame landbouw. Maar dat vraagt wel om meer samenwerking tussen overheden, boeren, burgers en andere gebiedspartijen. Een manier om dat te doen is het gebied de status van Bijzonder Provinciaal Landschap mee te geven.

PROVINCIES Dat gebeurt in andere provincies wel, in Utrecht bestaat het nog niet. Verheugt: ,,In Noord Holland zijn er veel van, Friesland heeft een aantal en Midden Delfland in Zuid Holland is ook een goed voorbeeld. De provincie geeft het gebied een status mee en de regio staat in één klap vooraan in de rij voor allerlei subsidies van het Rijk.”

Om dit voor elkaar te krijgen, praten de heren van de Kromme Rijn-corridor al lange tijd met de provincie Utrecht, maar dat leverde vooralsnog nog niks op. Daarnaast willen de werkgroep de inwoners en de agrarische sector achter hun plannen krijgen. ,,Als de inwoners dit gebied in hun hart sluiten, willen ze het beschermen. Ontzettend veel mensen, ook van buiten de regio, genieten van deze omgeving.” En de boeren hebben met de stikstofwetten en de verscherping van de regelgeving een perspectief nodig om hun bedrijven op een aangepaste vorm te kunnen continueren.

KAART Ook gemeenten staan sympathiek tegenover de plannen van de Kromme Rijn Corridor. In samenwerking met de gemeenten, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het Ontwerpcollectief Zeist, maakte de werkgroep een kaart van het gebied, waarop een beeld geschetst wordt hoe het gebied er in de toekomst uit kan zien. Diverser, natuurrijker en met extensieve landbouw. 

De kaart laat ook bestaande projecten zien van lokale initiatiefnemers die hier al aan werken. Zo staat natuur op de kaart in beheer door het Utrechts Landschap die nog in ontwikkeling is zoals bij de Hoge Woerd en de Lage Grond, maar ook grond in de gemeente Odijk die net is aangekocht door een particuliere organisatie ten behoeve van natuurontwikkeling. Ook wordt een groep vrijwilligers uit Bunnik genoemd die de Kromme Rijn met het dorp wil verbinden, met een voedselbos, heggen en struwelen. Op landgoed Kleine Breul kan nieuwbouw hand in hand gaan met natuurontwikkeling. 

LANGBROEKERWETERING De activiteiten van de werkgroep beperken zich niet tot de genoemde Kromme Rijn Corridor. Ook de Langbroekerwetering trekt hun aandacht. De werkgroep gaat door met gesprekken met overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties om hun boodschap de wereld in te helpen.

door Agnes Corbeij

Drie inwoners van Zeist en Odijk werken samen in de werkgroep Kromme Rijn-corridor aan een landschapsvisie voor het buitengebied tussen de stuwwal en de Kromme Rijn. Zij willen boeren een ander verdienmodel bieden en het gebied een beschermde status geven.

Landgoed Niënhof in Bunnik.
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie