Kerstdrukte bij Voedselbank

BILTHOVEN Al drie jaar werkt Roelof de Boer als vrijwilliger bij Voedselbank De Bilt, met groot genoegen. ‘Niemand werkt hier voor het geld, maar alleen omdat ze het zelf willen. Deze plek werd mijn lust en mijn leven.’

Door Carin Röst

Er heerst volop bedrijvigheid in het pand van de Voedselbank aan de Molenkamp in De Bilt. Vrijwilligers stoppen de laatste producten in de kratten met macaroni, pindakaas, chocola, potten groenten voordat ze worden opgehaald. Tegen een muur staan dozen kerstpakketten, een extraatje voor de ongeveer 130 gezinnen die zijn aangewezen op de Voedselbank. Ook krijgen ze een tasje met kerstproducten, gedoneerd door verschillende kerken uit de gemeente. “Nu met de feestdagen hebben we het drukker”, vertelt Roelof de Boer, magazijncoördinator. ‘Met Sinterklaas kregen we erg veel dozen met chocoladeletters, kruidnoten en andere sinterklaaslekkernij. Er kloppen ook veel mensen bij ons aan met tasjes met zelf gekochte producten die ze willen weggeven. We zetten met z’n allen een stapje extra.”

MEER ZELFVERTROUWEN Om voor een pakket in aanmerking te komen moet je aan bepaalde criteria voldoen. Dat wordt elke drie maanden getoetst door maatschappelijk werk. Zo’n tien jaar geleden was De Boer zelf een jaar lang afnemer van de Voedselbank. ‘Mensen denken daar vaak licht over, maar ik vond het verschrikkelijk om van een Voedselbank afhankelijk te zijn. Die paniek van destijds om dingen niet te kunnen betalen, zal ik nooit vergeten. Later, na een burn-out, ben ik hier vrijwilliger geworden. Deze plek werd mijn lust en mijn leven. Niemand werkt hier voor het geld, maar alleen omdat ze het zelf willen. Ik begon met twee uurtjes in de week, en dit heb ik rustig aan opgebouwd. Nu ben ik magazijn-coördinator. Niemand oefent hier druk op je uit. Het vrijwilligerswerk heeft me weer zelfvertrouwen gegeven. Als werken niet lukt, knaagt dat aan je.’

VEEL KRIJGEN ‘Het meeste wat er in de pakketten zit krijgen we’, vervolgt De Boer. ‘Een groot deel komt uit Arnhem, waar ons distributiecentrum zit. In de stad Utrecht zitten elf voedselbanken met een centraal magazijn. Als zij spullen over hebben, mogen we die ook ophalen. Daarnaast krijgen we veel van lokale winkels en bedrijven en van particulieren. En niet te vergeten van de kerken. Het pand mogen we gratis gebruiken van de SSW. Ook zijn er landelijke organisaties zoals het Armoedefonds, waar we maandverband en corona-zelftesten kunnen aanvragen om uit te delen.’

HEERLIJKE WERELD Toch hoopt De Boer dat de Voedselbank in de toekomst niet meer nodig is. ‘Het is waanzinnig dat de Voedselbank er moet zijn. We mogen mensen niet zo diep laten vallen.’ Binnenkort begint hij aan een betaalde baan als verpleegkundige bij een priklocatie van de GGD, maar de Voedselbank laat hij niet in de steek. ‘Ik blijf hier zeker als vrijwilliger werken. Ik had nooit gedacht dat het magazijn voor mij zo’n heerlijke wereld zou zijn.”