In Barneveld hield de omnibus halt bij ‘De Bonte Koe’ en hier bij ‘De Roskam’.
In Barneveld hield de omnibus halt bij ‘De Bonte Koe’ en hier bij ‘De Roskam’. Gemeentearchief Barneveld

Met de bus van A(mersfoort) naar B(arneveld)

9 juni 2020 om 08:34

Een paar dagen geleden klaagde busonderneming Van Kooten uit Kootwijkerbroek er in het journaal van Omroep Gelderland over dat de compensaties in verband met de coronacrisis, ten aanzien van particuliere busondernemingen veel te gering zouden zijn. Daardoor komt het voortbestaan van de onderneming in gevaar. Terecht vroeg men zich af waarom het openbaar vervoer zoveel meer mocht dan een particuliere busonderneming, een mening waarbij alle collega’s in het land zich aansloten. Ongetwijfeld zullen Van den Broek/Van Mill Tours en Jan van Delen uit Barneveld het hier van harte mee eens zijn. Als een kleine hommage aan deze bedrijven deze week in de serie ‘Op wielen’ aandacht voor de vooroorlogse busondernemingen uit Barneveld en omgeving.

OMNIBUSDIENSTEN Er was tot 1940 hoofdzakelijk sprake van lijndiensten en die kwamen vaak voort uit de al bestaande omnibus- en postwagendiensten zoals die al enkele eeuwen bestonden. Na de aanleg van de spoorlijnen in de 19e eeuw fungeerden de omnibusdiensten vaak als vervoermiddel tussen de stations en de verder gelegen dorpen en steden. Niet elke woonplaats beschikte immers over een vlakbij gelegen station of spoorweghalte. Bekend is de omnibusdienst van de heren Schut en Van Versdendaal tussen het station van het Hollandsch Spoor naar het dorp Barneveld. Deze reed vanaf 15 mei 1876 tussen het dorp en het station heen en weer. Koetsier was Jan van Surksum, vader van de latere parkwachter J.W. van Surksum van hotel De Roskam. Aan die dienst kwam in 1903 een einde door de voltooiing van de spoorlijn Ede-Nijkerk. Daardoor werd het mogelijk om bij de toenmalige halte ‘Barneveld-Kruispunt’ over te stappen. Door het gereedkomen van die lijn kwam er per 1 november 1901 al een einde aan de omnibusdienst Barneveld-Lunteren-Station-Ede van G.C. van Versendaal en op 28 mei 1903 stopte ook J.W. van Essen uit Nijkerk met de op donderdagen uitgevoerde omnibusdienst Nijkerk-Barneveld vv.


LIJNDIENSTEN Na de oorlog kende vrijwel elke provincie een eigen autobusdienst. Voor Barneveld was de Veluwsche Autobusdienst (VAD) van groot belang, elders in onze provincie opereerde de Geldersche Tramweg-Maatschappij (GTW), in Brabant bijvoorbeeld de BBA, de Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten en verder kende men de GADO, de FRAM, NTM, noem maar op. Vrijwel al die ondernemingen voerden lijndiensten uit die meestal eindigden en begonnen bij een spoorwegstation. De aankomst- en vertrektijden waren meestal afgestemd op die van de treinen. Veel van die ondernemingen voerden ook graag schoolreisjes en andere, meer op recreatie gerichte ritten uit. Meestal werden daarvoor wat nieuwere en dus betere bussen achter de hand gehouden. Van en naar Barneveld werd voor de oorlog het busvervoer door een aantal kleinere ondernemingen uitgevoerd. In oude kranten vond ik een aantal van die firma’s terug. In 1924 was dat bijvoorbeeld de busonderneming van de gebroeders Waaijenberg, in 1929 de uit Hoogland afkomstige gebroeders W.J. en J.W. Tolboom, T. van Maanen uit Harderwijk, E. van Malenstijn uit Barneveld en enkele andere, vaak nog kleinere bedrijfjes zoals het eigen busbedrijfje van ‘De Glindhorst’ dat waarschijnlijk alleen bestemd was voor de bewoners van wat later De Glind heette. De bordeauxrode bussen van De Haas uit Veenendaal waren vroeger ook bekende verschijningen in Barneveld.


IN DE KRANT Van lang niet alle ondernemingen is voldoende materiaal bekend om er een compleet artikel aan te kunnen wijden. Soms kwam zo’n bedrijf alleen in de pers ter sprake bij de instelling of opheffing van een buslijn en bij ongevallen. Zo reed op dinsdagavond 5 augustus 1924 een bus van de Stichtsche-Geldersche autobusdienst van R. Kleinveld uit Achterveld bij Terschuur in volle vaart in een sloot, nadat deze met een personenauto in botsing was gekomen. ‘Alle passagiers, een 10 à 12-tal bekwamen min of meer ernstige verwondingen, terwijl de autobus zeer ernstig beschadigd werd. De andere auto, die na te hebben uitgehaald, spoedig weer was bijgedraaid ging er na het ongeluk zoo snel mogelijk van door’, schreef het Algemeen Handelsblad. Doorrijden na een ongeval is kennelijk niet van vandaag of gisteren. Amper een maand later, op 8 september, zocht de chauffeur van een volle autobus van de gebroeders Waaijenberg op de Nijkerker Grindweg in Barneveld contact met een daar langs staande boom. Veel passagiers liepen lichte verwondingen op; de bus raakte zwaar beschadigd.


DE GEBROEDERS TOLBOOM De gebroeders W.J. en J.W. Tolboom uit Hoogland vroegen in 1927 concessie aan voor het onderhouden van een dienst Amersfoort-Hoevelaken-Terschuur-Barneveld. Daartegen diende de Nederlandsche Spoorwegen bezwaren in. Helemaal onbegrijpelijk was dat natuurlijk niet. De NS vreesde teruglopende reizigersaantallen op de lijn Amersfoort-Apeldoorn, met stopplaatsen in Terschuur en Barneveld-Voorthuizen. De heren Tolboom zullen het wel aannemelijk hebben kunnen maken dat de inwoners van Hoevelaken en Zwartebroek daar maar weinig baat bij hadden. Een jaar later, in juni 1928, verloor de NS dan ook het ingestelde beroep tegen de gebroeders Tolboom en bij dat zelfde Koninklijke Besluit werd ook het beroep tegen R. Kleynveld ongegrond verklaard. Hij wilde een autobusdienst op het traject Barneveld-Achterveld-Amersfoort gaan uitvoeren. ‘Bij al deze beroepen werd overwogen dat de autobusdienst voorziet in een verkeersbehoefte voor de langs de trajecten gelegen woningcomplexen', verduidelijkte het Algemeen Handelsblad op 13 juni 1928.

Eén van de eerste krantenberichten waarin de autobus van de Gebroeders Tolboom werd genoemd, had, u raadt het al, betrekking op een ongeval. Een dag nadat de uit Ermelo afkomstige heer Groothuis zijn rijbewijs als geoefend motorrijder had gekregen, begaf hij zich, op weg naar huis, ‘doch nog geen twee kilometer had hij de grens der kom van de gemeente Barneveld overschreden, of jij ontmoette de autobus der Gebr. Tolboom. En gelijk een kuiken zich tot een valk voelt aangetrokken, ook al weet het diertje, dat door een ontmoeting zijn noodlot wordt bezegeld, zoo gevoelde de motorrijder blijkbaar de aantrekkingskracht, van de bus’, zoals ‘Het Huisgezin’ dit ongeluk op 9 oktober 1929 bijna poëtisch verwoordde. Groothuis kwam onder een der wielen terecht en werd met een bijna afgereden been bij H. van Essen naar binnen gedragen. De chauffeur van de bus trof geen schuld.


VAN MAANEN UIT HARDERWIJK T. van Maanen uit Harderwijk kreeg op 22 augustus 1931 van Gedeputeerde Staten van Gelderland een concessie voor het exploiteren van een busverbinding van Amersfoort, via Voorthuizen naar Apeldoorn, waarmee eigenlijk de oude Rijksweg (A1) werd gevolgd. Van Maanen exploiteerde ook de lijn Amersfoort-Harderwijk-Apeldoorn, waarbij destijds over de bekende ‘AHA’-bussen werd gesproken. De aanvraag die Van Maanen destijds indiende, gold voor het traject Barneveld-Amersfoort v.v. via Voorthuizen of rechtstreeks via Terschuur en op het traject Voorthuizen-Nieuw-Milligen, alsmede om wijziging van zijn vergunning tot het onderhouden van een autobusdienst op het traject Harderwijk-Apeldoorn in dien zin, dat het trajectgedeelte Uddel-Echoput zal lopen via Milligen-Rijksstraatweg. Zowel de inmiddels bestaande Veluwsche Autobusdiensten (VAD) als de Gebroeders Tolboom dienden hiertegen bezwaar in. Hoe die zaak precies is afgelopen, weet ik nog niet. Ik weet wel dat Van Maanen in januari 1932 vergunning kreeg ‘tot het in werking brengen van een autobusdienst op het traject Klaarwater-Zwartebroek-Voorthuizen-Barneveld-Kootwijkerbroek-Garderen, in verband met zijn autobusdienst Apeldoorn-Amersfoort.’

Ook de firma Van Maanen ontkwam niet aan ongevallen. Zo ramde op een onbewaakte overweg in de lijn Ede-Nijkerk in juli 1932 een bus die de lijn Voorthuizen-Barneveld-Garderen onderhield een personentrein. De bus, zonder passagiers en bestuurd door een neef van de eigenaar, moet totaal zijn versplinterd, terwijl de chauffeur slechts een lichte vleeswond opliep. Later meer over busmaatschappijen uit de regio.

Een touringcar (reiswagen) van Van Maanen pikt een militair in Voorthuizen op voor diens ritje naar Barneveld.
Een busje van de gebroeders Waaijenberg. We zijn benieuwd of het hele gezelschap daarin plaats kon nemen. Met de huidige coronaregels in elk geval niet.
De omnibusdienst van Schut en Van Versendaal reed heen en weer tussen het dorp Barneveld en station Barneveld-Voorthuizen.
De winterdienstregeling 1935 van de door R. Kleinveld geëxploiteerde buslijn Barneveld-Achterveld-Amersfoort.
Achter de latere garage van Doornekamp aan de Hoofdstraat in Voorthuizen was een depot van busbedrijf Van Maanen gevestigd. Later zou de VAD dit depot overnemen.