Barnevelder Henk van de Giessen (104) mag zich de oudste inwoner van Gelderland noemen.
Barnevelder Henk van de Giessen (104) mag zich de oudste inwoner van Gelderland noemen. Wouter van Dijk

'Het [leven van een schoolmeester] is niet zo spannend'

12 juni 2020 om 11:26

,,Oud worden kent geen geheim, dat overkomt je gewoon. Ik zie het meer als een Godsgeschenk'', zegt Barnevelder Henk van de Giessen. Sinds het recente overlijden van een 108-jarige inwoner uit Elburg, mag hij zich met zijn 104 jaar de oudste mannelijke inwoner van Gelderland noemen. ,,Het is me wat.''

Sommige mensen zeggen dat ik door mijn ouderdom zwak ben geworden en dat ik daarom niet meer zelf boodschappen bij Albert Heijn doe. Maar dat is onzin. Dat komt gewoon omdat ik in februari tijdens het douchen van een krukje ben gegleden en daardoor nu moeilijk loop. Ik was gevallen en lag een hele nacht op de koude vloer. Daarvóór deed ik alles nog zelf, dat vind ik fijn ook.''


HUURWONING Henk van de Giessen, geboren Rotterdammer, woont inmiddels zeventig jaar in zijn huurwoning aan de Nairacstraat en mag zich daarom nu wel Barnevelder noemen. ,,Een huurwoning inderdaad. Ik kon in 1950 het huis wel kopen, voor 9.000 gulden, maar in die tijd verdiende ik met mijn aanstelling als docent moderne talen op de Ulo Benno aan de Kapteijnstraat exact 97 gulden en 10 cent per maand. Daar konden mijn vrouw Adrie en ik geen huis van kopen.'' Dat hij nog steeds huurt, terwijl dezelfde woning inmiddels een taxatiewaarde van 345.000 euro heeft, maakt hem niets uit. ,,Daar heb ik geen spijt van, hoor. Ik heb hier altijd met plezier gewoond, dus ik zie het probleem niet.''


AFSTAND Relaxed en rustig, zo is Van de Giessen wel te omschrijven. ,,Of er een geheim is om zo oud te worden? Volgens mij niet. Ik heb gewoon niet zo'n heel spannend leven gehad. Als schoolmeester maak je nu eenmaal niet zo heel veel mee. Ik kon prima orde houden in de klas. Ook later toen ik docent werd aan het Johannes Fontanus College. Ik vond het erg belangrijk om een goede band met mijn leerlingen op te bouwen. Dagjes uit, fietsen door het hele land, naar de film gaan, dat soort zaken. Als je op die manier je werk kunt doen en de afstand tussen leerkracht en leerlingen op een positieve manier verkleint, ervaar je weinig stress. Verder, tja. Elk jaar op vakantie naar Terschelling. Lekker rustig was het daar toen nog, nog vóór de tijd van de commercie. En ik heb nooit gerookt of gedronken. Misschien helpt dat ook.''


MAASTUNNEL Dat hij nooit wat spannends meemaakte, is overigens niet helemaal waar, want al snel komen de anekdotes uit een mensenleven van ruim een eeuw in vogelvlucht voorbij. ,,Het verhaal van de tunnel is misschien wel erg leuk om op te schrijven'', dirigeert Van de Giessen. ,,Dat ging zo. Mijn broer was in die tijd, in de jaren veertig, heen-en-weermachinist op de Maas. Dat wil zeggen, hij bediende de veerpont tussen de Parkkade en Charlois, hartje Rotterdam. Tijdens de oorlog werd de Maastunnel in stilte geopend, een feestelijke opening werd uitgesteld tot in 1949. Mijn broer verloor zijn baan op de veerpont, maar kreeg er een aanstelling als tunnelwachter voor in de plaats. En zo tipte hij mij. Het leek hem wel grappig als ik als eerste direct na de officiële opening door de tunnel zou lopen. Op een woensdagmiddag was dat, om 14.00 uur. Dus ik daarnaartoe, met twee leerlingen uit de klas. Exact 25 jaar later stond er een verhaal in het Parool, met daarin een oproep of iemand wist wie toch die man met die twee kinderen was die toen door de tunnel liep. Ik meldde me en werd prompt uitgenodigd voor een mooi feest, met lekker eten en een rondvaart.''


WOORDENBOEKEN De eeuweling zit nog vol sterke verhalen. Over het illegaal aftappen van stroom tijdens de oorlog en over de leden van de knokploeg uit het verzet die ze thuis verborgen hielden, over de duizenden missende woorden in de Dikke Van Dale die hij naar de redacteur van dienst stuurde, waarna Van de Giessen een betrekking kreeg om mee te werken aan de samenstelling van het woordenboek, of de manier waarop hij van de gemeente Barneveld nieuw behang en vloerbedekking kreeg. ,,Dat zat zo'', licht hij toe. ,,We kregen plots bericht van de gemeente dat ons huis niet brandveilig meer zou zijn. We moesten er een week of negen uit en dan zou het huis aangepast worden. In de tussentijd konden we dan wel op kosten van de gemeente zolang in een pension terecht. Mooi dat we bij één van onze kinderen konden logeren, in Doorn, dat scheelde ook weer in de kosten. De gemeente vond dat zo'n mooi gebaar, dat ze voor ons gratis nieuw behang en vloerbedekking regelde.''


JAN VAN SCHAFFELAARSTRAAT Dat de geboren Rotterdammer - het is nog steeds aan zijn spraak te horen - eind jaren veertig naar Barneveld uitweek, was geen bewuste keuze. ,,Welnee, dat zat veel simpeler in elkaar. Rotterdam was in 1940 gebombardeerd en dus was er na de oorlog een immens woningtekort. Ik zocht dus naar een baan waar ook een huis bij zat, en dacht die gevonden te hebben bij het JFC. Eenmaal aangenomen, bleek dat toch anders te zitten. Het huis was al vergeven aan een gezin. Aangezien wij op dat moment nog geen kinderen hadden, waren wij minder urgent.'' Henk en Adrie vonden een huurwoning boven een winkel in de Jan van Schaffelaarstraat. ,,De woningeigenaar verhuurde de winkel aan zijn zoon en wij konden boven wonen. Totdat de zoon twee jaar later ging trouwen en graag met zijn geliefde boven zijn winkel wilde wonen. Zo moesten wij onze biezen weer pakken. Uiteindelijk konden we een dealtje sluiten. De boekhouder van de eigenaar woonde in de Nairacstraat. Hij zou verhuizen en dan kwam zijn huis vrij. Zo gezegd, zo gedaan. En nou zit ik hier nog steeds.''

In zeventig jaar tijd is er veel veranderd. ,,Het huis had aanvankelijk geen waterleiding en ook geen toilet. Wel was er een bijkeuken met opslagruimte voor aardappelen en steenkolen. En er was een grote tuin achter ons huis. Waar nu de Burgemeester Kuntzelaan loopt, stond vroeger ons tuinhuis, waar de kinderen vaak met groot plezier speelden en in een stapelbed overnacht hebben. We wisten toen we hier kwamen wonen dat er veel zou veranderen, die plannen lagen er al. Maar men heeft toen al gezegd dat het huis zou blijven bestaan. 'U kunt hier als u wilt blijven wonen tot uw dood', ik hoor het ze nog zeggen. Vooralsnog hebben ze zich eraan gehouden.''

KLEINKINDEREN In deze coronatijd is het er stiller dan normaal. ,,Sinds Adrie, met wie ik 67 jaar getrouwd ben geweest, enkele jaren geleden overleden is op 98-jarige leeftijd, ben ik veel alleen. Mijn vier kinderen komen langs. Die lopen ook al mooi richting de zeventig, dat worden ook al oudjes. De kleinkinderen, zeventien stuks, zie ik momenteel niet vanwege de omstandigheden, de achterkleinkinderen evenmin. Dat zijn er overigens 26, de 27e is op komst. En ik ken alle namen.''

,,Verder is het stil. Ook op straat, valt me op als ik naar buiten kijk.'' Op een dressoir liggen een paar dikke woordenboeken op een stapel, een grote liefhebberij van Van de Giessen. De man is zelf ook verantwoordelijk voor één exemplaar: het Barnevelds Woordenboek, twaalf jaar geleden uitgebracht bij de BDU. ,,Ach ja, een mens moet een hobby hebben, toch? Nou, mijn hobby zit in het woordenboek. Veel mensen denken dat een woordenboek volledig en accuraat is, maar dat is helemaal niet zo. Ik kom tot op de dag van vandaag woorden tegen die ontbreken of die verdwenen zijn. Als je veel leest, zoals ik doe, ken je ook veel woorden. Laatst kwam ik de verdwenen uitdrukking 'kalveren schetsen' tegen. Dat deed een boer vroeger als hij een kalf ging kopen. Op een daarvoor bestemd formulier van de gezondheidsdienst moest hij dan een schets maken van de kalveren, voordat ze in de wei kwamen.''


TAAL Tegenwoordig is het 'verengelsen' van de Nederlandse taal schering en inslag, valt de Barnevelder uit 1915 op. ,,Nu weer met die 'lockdown' waar iedereen het over heeft. Ik snap het wel, het is makkelijker. Maar het is jammer dat wij zo gek zijn om onze eigen taal te verliezen. Wat dat betreft kunnen we wel wat leren van de Fransen bijvoorbeeld, die veel zuiniger met hun taal omgaan.'' Taal is altijd belangrijk geweest voor Van de Giessen. Logisch, aangezien hij op de Rotterdamse ULO docent Frans, Duits en Engels was. Op het JFC bleef Duits zijn hoofdvak, tot aan zijn pensioen in 1980. ,,Met de oorlog vers in het geheugen was er altijd wel een bepaald sentiment rond die taal, maar daar heb ik me weinig van aangetrokken'', zegt hij. ,,Puur economisch gezien is die taal altijd belangrijk geweest voor Nederlanders. Duitsers zijn nu eenmaal onze grootste klant.''


OVERSTAP Voor Van de Giessen was de overstap van de grote stad Rotterdam naar het toen nog redelijk kleine Veluwse dorp Barneveld niet moeilijk. ,,Ik had mijn werk en meteen collega's, dus ik vond snel mijn draai. Mijn vrouw had het in het begin wel moeilijk. Zo wilde ze snel iets nuttigs doen en ging ze collecteren voor Stichting Emmafonds, een fonds voor mensen met een longziekte. De mensen gaven wel, maar hoorden haar ook meteen uit. ,,'Van wie bin 'ie er eentje? Heb je geen kinderen? Nog niet? Waarom niet?' Ze vond dat anderen zich nogal met haar bemoeiden, dat was ze niet gewend en vond ze niet prettig. Maar daarin vergiste ze zich, want die bemoeizucht bleek een vorm van uiterste weetgierigheid, en die legde op haar beurt weer een basis voor ijzersterke vriendschappen die decennia standhielden.''


SANDALEN Van de Giessen werd een bekende verschijning in het dorp, altijd op sandalen. ,,Ik laat weersomstandigheden niet bepalend zijn in de keuze van mijn schoeisel'', zegt hij stellig. ,,Heb ik nooit gedaan.'' Hij werd ook een opvallend persoon met zijn viool, waarop hij Psalmen begeleidde. ,,Mijn vrouw en ik werden redelijk snel opgenomen in de gemeenschap. Daar deden we ook ons best voor. Als er een leerling die ik les had gegeven, geslaagd was, ging ik altijd samen met vrouw even bij het gezin langs om te feliciteren. De kracht van persoonlijke aandacht moet je niet onderschatten.''

In september hoopt Van de Giessen 105 jaar oud te worden. ,,Ik zal wel zien. Burgemeester Asje van Dijk zal wel weer op de stoep staan. Hij kwam ook toen ik 100, 101, 102, 103 en 104 werd. De laatste keer zei ik gekscherend: 'U begint al aardig kind aan huis te worden, hier.''' Een groot feest gaat er in ieder geval niet komen. ,,Ben je gek, daar houd ik helemaal niet van, al die drukte. Laat mij maar rustig hier, dat vind ik best.''