[-26-]

29 juni 2020 om 09:40


Iets vreselijks. Iets onherstelbaars. Gedachten jagen door haar hoofd. Hoeveel jaar hebben Harm en zij naast elkaar geleefd? Zelfs als ze samen thuis waren, gingen ze nog vaak hun eigen gang. Bernadette heeft meermalen haar verbazing geuit over het feit dat ze beslissingen nam en afspraken maakte zonder Harm erin te kennen of met hem af te stemmen. Ineens begrijpt ze dat haar vriendin gelijk had, dat ze ook in de weekenden eigenlijk langs elkaar heen leefden, ook al maakten ze meestal bewust een poosje tijd voor elkaar vrij als hij thuis was. Daarbuiten hielden ze weinig rekening met elkaar. Dat is niet goed. Zo moet een huwelijk niet zijn, zelfs niet een huwelijk waarbij je meer dagen zonder dan met elkaar bent. Ze rilt. Waarom komt ze nu pas tot dit besef? Waarom pas nu er misschien iets onherstelbaars gebeurd is?

Ineens rijdt er een zwarte auto de straat in. Het ziet er zo gewoon uit dat het Anna nauwelijks opvalt. De auto parkeert voor de deur en ook daar reageert ze niet op. Ze is er zo vast van overtuigd dat Harm een ongeluk heeft gehad, dat ze niet meer waarneemt dat het zijn auto is die voor de deur geparkeerd wordt. Pas als Harm uitstapt, ziet ze het.

Het is of alle bloed naar haar benen zakt van schrik en opluchting. Een moment is ze duizelig en kan ze geen stap verzetten. Dan herstelt ze zich en ze vliegt naar de deur. Harm komt het tuinpad op. Ze rukt de deur open en stort zich in zijn armen.

Harm, die daar niet op bedacht is, wankelt en zet een paar passen achteruit om niet te vallen.

‘Hé, wat is er aan de hand, schat?’ informeert hij verbaasd.

‘Ik dacht dat je een ongeluk gehad had,’ zucht ze in zijn hals.

‘Jaap heeft je toch gebeld?’ zegt hij.

‘Je baas heeft me helemaal niet gebeld,’ zegt Anna.

Nu zucht Harm. ‘Jaap had het me nog zo beloofd,’ zegt hij boos. ‘Was je erg ongerust?’

Het is een overbodige vraag.

Binnen als ze op de bank zitten, komt het hele verhaal eruit.

‘Eigenlijk is het vrij simpel,’ legt Harm uit. ‘Bij het uitstappen uit de cabine viel mijn telefoon uit mijn zak. Je weet dat die telefoon dus een beste smak maakte.’

Anna knikt. Zo’n cabine is nog aardig hoog. ‘Telefoon kapot, natuurlijk,’ concludeert ze.

Als antwoord haalt Harm de telefoon uit zijn zak. Het scherm is versplinterd en als hij op het powerknopje drukt, gebeurt er niets.

‘Zo dood als een pier,’ zegt hij. ‘Jaap spreek ik nog wel,’ zegt hij met een kwaad gezicht.

‘Ik was zo ongerust,’ zegt Anna met trillende stem. Ze legt haar hoofd tegen zijn borst. Harm slaat zijn armen om haar heen. Ze wil niet huilen, toch komen er een paar tranen en ze beseft twee dingen. Ze voelt zich veilig bij Harm en ze kan niet zonder hem. Vaak, net nog, denkt ze dat hun huwelijk niets voorstelt, dat ze aan elkaar zijn blijven hangen door de komst van Wendy en dat ze weinig om elkaar geven en heel goed zonder elkaar kunnen leven, want anders zou ze toch veel meer moeite moeten hebben met het beroep van Harm? Blijkbaar zit het toch anders en geeft ze meer om Harm dan ze heeft gedacht, en Harm om haar, want hij was echt boos dat Jaap haar niet had gebeld.

Ze heft haar betraande gezicht op en kijkt hem aan.

‘Ik houd van je,’ zegt ze.

‘Ik ook van jou,’ zegt Harm.

Het weekend is voorbijgevlogen. Ze hebben een lange strandwandeling gemaakt en vooral heel veel gepraat. Meer dan ze in jaren hebben gedaan, denkt Anna terwijl ze vlug doorwerkt om het huis aan kant te krijgen. De ramen lapt ze vrijwel wekelijks. Ze ergert er zich gauw aan als ze niet blinkend schoon zijn en ze vindt ook dat ze het aan haar cliënten verplicht is. Hoe kan ze zeggen dat ze uiterst hygiënisch werkt als haar huis een aanfluiting is? In de loop der jaren heeft ze gemerkt dat het huishouden tussendoor doen niet werkt, voor haar niet in elk geval, en daarom plant ze de eerste afspraak op maandag niet eerder dan halfelf in. Harm moet over het algemeen heel vroeg weg, zodat ze ruim de tijd heeft alles spic en span te maken.

Wat zijn ze open en eerlijk naar elkaar toe geweest. Eigenlijk zouden ze veel vaker samen zo’n wandeling moeten maken. Een gezonde en goedkope vorm van huwelijkstherapie, denkt ze. Niet dat ze het nu ineens in alles met elkaar eens zijn, maar dat hoeft ook niet, als de grote lijnen maar kloppen. En dat doen ze.

Op één na, bedenkt ze met een zucht. Ze doopt de spons in het warme water en spoelt hem uit voor ze er nog eens mee over het raam gaat. En nog eens.

‘Schoner kan niet, hoor,’ klinkt er een opgewekte stem achter haar.

Van schrik laat ze de spons vallen. Via het vensterbankje stuitert die in een grote bloembak.

‘Ik wilde je niet aan het schrikken maken, buurvrouw.’

Anna stapt van het huishoudtrapje af. ‘Het geeft niet. Ik was er met mijn gedachten niet helemaal bij en dan krijg je zulke dingen.’ Ze vist de spons uit de bloembak en klopt hem zo goed mogelijk af. Ze kletst even met de buurvrouw voor ze zich verontschuldigt en naar binnen gaat om de spons grondig uit te spoelen. Als ze terugkomt, is het raam streperig opgedroogd. IJverig dompelt ze de spons in het inmiddels afgekoelde water en wast het raam voor de zoveelste keer. Niet veel later zijn de ramen smetteloos schoon en streeploos gezeemd.

[wordt vervolgd