Corry den Ouden-Smit met haar boek 'Eindstation Lampersari' dat in de boekhandel van Bilthoven te koop is
Corry den Ouden-Smit met haar boek 'Eindstation Lampersari' dat in de boekhandel van Bilthoven te koop is Foto: Leonie Kapiteyn

Leven onder de Japanse bezetting

13 augustus 2021 om 15:19 Algemeen

Corry den Ouden-Smit werd geboren op 14 januari 1940 in Klaten, Midden-Java. In december 1941 begon in Nederlands-Indië de oorlog. Vanaf februari 1943 werd zij samen met haar moeder, haar oudere zus en jongere broertje geïnterneerd in een jappenkamp voor vrouwen. Ze verhuisden door de jaren heen van kamp naar kamp en verbleven in Soemoewono, Ambarawa en Solo met als eindstation het kamp Lampersari in Semarang. De gruwelijkheden die zij als klein meisje in de kampen zag en meemaakte, tekenden haar voor een groot deel van haar leven. Ze schreef er een boek over, ‘Eindstation Lampersari’.

Bilthoven - Corry den Ouden was net 3 jaar toen zij werd geïnterneerd. Toch zijn er nog best herinneringen. “We mochten maar weinig spullen meenemen en ik weet nog goed dat mijn matrozenpop, die ik van mijn vader had gekregen, niet mee mocht. Ook herinner ik mij de honger, die was vreselijk. We kregen zo weinig te eten, dat je de hele dag aan niets anders denken kon. Eén keer had ik zoveel honger dat ik mijn moeder vroeg of ik een hapje van haar eten mocht. Daar voel ik nog steeds schaamte over. Ook heb ik herinnering aan het appèl tweemaal per dag waarbij we moesten buigen voor de Japanners. Wie niet diep genoeg boog, kreeg slaag. Kinderen werden echter nooit geslagen, altijd de moeder. Ook weet ik nog dat ik een keer in het zand speelde toen er een Japanner langsliep. Ik had hem niet opgemerkt en sprong dus niet gelijk in het gelid. Hij begon tegen me te schreeuwen en haalde mijn moeder erbij. Ik was zó bang voor wat haar aangedaan zou worden”.

Toen de Japanners zich op 15 augustus 1945 overgaven, betekende dat niet direct een verbetering van de situatie voor Corry en haar familie. “Ik zie de vliegtuigen die overvlogen en de briefjes die naar beneden dwarrelden nog voor me. Daar stond op dat we bevrijd waren. Geweldig! We werden echter geadviseerd om ondanks de bevrijding toch in de kampen te blijven. De Bersiapperiode volgde en in het kamp waren we veilig. Onze situatie werd niet veel beter, behalve dat we meer te eten kregen”. In januari 1946 kon Corry met haar familie op de SS Johan de Witt naar Nederland toe. In Amsterdam stond haar vader hen op te wachten. Hij was in 1941 als dienstplichtige opgeroepen om bij de marine te dienen. Eenmaal op school in Nederland was er geen oog voor het leed dat Corry had meegemaakt. Op het schoolplein werd gezegd: “Ze weet niet eens wie Hitler is en ze is ook niet gemarteld. Ze weet niet wat oorlog is”. 

En zo ging het leven door, alsof er niets was gebeurd. “Toen ik ongeveer 40 jaar oud was merkte ik dat het niet goed met mij ging. Ik kon geen contact maken met de mensen die ik liefhad. Ik was innerlijk bezet. Ik ben in therapie geweest, dat heeft mij geholpen”. Ook het schrijven van het boek ‘Eindstation Lampersari’ hielp bij de verwerking. Het rijk geïllustreerde boek is te koop in de boekwinkel aan de Julianalaan in Bilthoven.

Leonie Kapiteyn

“Als je niet weet wie Hitler is, dan weet je niet wat oorlog is”

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie