Cecile bij een massagraf in Turkije, Nameless Graveyard of Izmir, waar aangespoelde bootvluchtelingen naamloos worden begraven
Cecile bij een massagraf in Turkije, Nameless Graveyard of Izmir, waar aangespoelde bootvluchtelingen naamloos worden begraven Foto: Vicky Pronk

Het gezicht van een vluchteling

24 december 2018 om 10:00 Algemeen

Verhaal achter de krantenkoppen

Door Astrid van Walsem

Cecile Korevaar (42) is schrijfster van young adult boeken. Haar drijfveer voor het schrijven is het interessant maken van de verhalen achter de krantenkoppen voor jongeren. Op dit moment is zij bezig met haar tweede boek waarin zij drie jonge vluchtelingen wil portretteren die via de Balkanroute in Nederland terechtkomen.

‘Iedereen kan zich vast de foto van het dode aangespoelde jongetje aan de Turkse kust herinneren. Dit beeld raakte mij enorm en daarmee was het thema voor een tweede boek geboren. In april 2015 overspoelden beelden van vluchtelingen de kranten en televisie. De vluchtelingencrisis in Europa is de grootste humanitaire ramp sinds WO II. En er zijn zoveel minderjarigen die deze reis alleen maken. De Nederlandse jeugd weet hier te weinig te van.

Afgelopen juni heb ik dezelfde route afgelegd als de vluchtelingen. Ik ben in het thema gedoken en heb mij goed voorbereid. Mijn boek is fictie, maar gebaseerd op de harde werkelijkheid. Onderweg heb ik zulke trieste situaties gezien. Mensen die geen vooruitzichten hebben. Ze zitten gevangen op een plek waar ze niet vooruit kunnen, maar ze kunnen ook niet terug naar waar ze vandaag komen. De meest schrijnende situatie heb ik gezien bij de grenzen tussen Servië, Hongarije en Kroatië waar vluchtelingen in de bossen leven. De politie van de rechtse regeringen regeren in deze gebieden. Ze zijn keihard en dreigen met pushbacks, waarbij ze met knuppels de mensen die te dicht bij de grens komen, letterlijk terugslaan.

Ik heb daar een jongen van vijftien jaar ontmoet die al twee jaar in deze wildernis leeft. Hij mishandelt zichzelf en zijn lichaam zit onder de littekens. Hij spreekt wartaal en achter zijn glimlach zie ik de uitzichtloosheid. Al het menselijke is hij kwijt; als een aap eet hij gehurkt van de grond. Ook was ik in Izmir, het Turkse centra voor mensensmokkel en het startpunt van mijn boek. Vanaf hier wagen mijn hoofdpersonen de overtocht naar Lesbos. Op Lesbos heb ik een week als vrijwilliger gewerkt bij Movement On the Ground. Een voorbeeld kamp. In tegenstelling tot het kamp Moria. Hier plegen kinderen zelfmoord. Er zijn geen woorden voor de omstandigheden waarin vluchtelingen daar moeten leven. Ik heb mensen gezien die hun geloof in het leven, de toekomst en de liefde verloren hebben. Ze worden als dieren behandeld en niet langer als mensen gezien.

Ondanks alle ellende is de veerkracht van de mensen mij het meest bijgebleven. Iedereen gaat op een andere manier om met trauma’s en overleving. Sommigen beginnen een handeltje en weer anderen proberen hoop te houden door zelf als vrijwilliger in een vluchtelingenkamp aan de slag te gaan. Hoe ga je als mens met je leven om als je in deze situatie terechtkomt? Ik zou willen dat ik alle vooroordelen over vluchtelingen zou kunnen wegnemen. Vluchtelingen zijn mensen net als wij, met een verhaal dat wij allemaal zou moeten leren kennen.’

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie